Kunst(ig) Cobra.

Thuis gekomen bekeken we een schilderij dat jaren geleden gemaakt werd door onze kleinkinderen en we vonden het kunst van de bovenste plank. Omdat kleindochter er een schaap in zag gaven we het een klinkende titel: oveja.

Op de bucketlist stond een bezoek aan het Cobramuseum in Amstelveen. Een speciale tentoonstelling vanwege het 75 jarige bestaan van het Cobra initiatief was de aanleiding om nu echt eens te gaan kijken. Vijfenzeventig jaar geleden verenigden zich een aantal kunstenaars. De naam Cobra is een samentrekking van Copenhagen, Brussels en Amsterdam. Voor Nederland waren dat de kunstenaars Karel Appel, Corneille en Constant. Samen gooiden ze het roer om, we wilden helemaal opnieuw beginnen, net zoals een kind. Zo verwoordde Appel de intentie van de beweging.

(Cobra-kunst
Het was het begin van een nieuw tijdperk met ‘alles mag en alles kan kunst’. De vreugde van totale geestelijke en artistieke vrijheid en spontaniteit van de Cobra-kunst moest een tegenwicht bieden aan de nachtmerrie van de oorlog. Cobra zorgde in Nederland voor grote ophef. In kranten werd gesproken over geknoei, gekladder en verlakkerij. Cobra is kleurrijke, expressief-spontane schilderkunst die doet denken aan kindertekeningen. “Dat kan mijn neefje van 6 ook!” is nog altijd een veelgehoorde uitspraak bij de kunstwerken van de Cobra-kunstenaars. Het past bij het Cobra gedachtegoed: vrijheid, lef, experiment en inclusief, want iedereen is kunstenaar. Duizend dagen maakten de Cobra-kunstenaars kunst, daarna gingen ze weer hun eigen weg. Duizend dagen die tot op de dag van vandaag veel invloed hebben. Het toen zo revolutionaire Cobra is tegenwoordig verankerd in de Europese kunstgeschiedenis.)

Er hangt een grote collectie in het museum, veel internationale namen, er zijn een soort van dwarsverbanden aangelegd door de compostie van de tentoongestelde werken. Helaas zie ik dat dan niet. Net zomin als ik in een heel bont schilderij de titel terug vind. De werken van kinderen van over de hele wereld en de werken in het Cobra atelier ook door kinderen gemaakt waren in mijn ogen soms zelfs mooier dan.

Kassa gesprekjes

Voor de veiligheid zat ik aan de pinkassa want tellen is niet mijn sterkste kant. Dus de klant zei hoeveel consumtiepenningen hij wilde kopen en ik typte het bedrag in. Pasje erop en na een akkoord van het systeem overhandigde ik de plastic munten. Kind kan de was doen, dus ik had tijd genoeg voor wat kletspraat, kolfje naar mijn hand.

Het publiek stroomde het terrein op, de een in zijn/haar prachtige schuttersuniform, de ander in zijn vrije tijdspak, maar allemaal met verwachtingen en met spanning, want wie ging er straks met de Um naar huis. Met die Um wonnen ze dan het OLS (Oud Limburgs Schutterfeest) en dat is buiten de grote eer ook de opdracht om volgend jaar het feest te organiseren. En dat is niet niks, jeetje wat heeft mijn dorpje Born hier een prestatie geleverd.

Maar terug naar de kassa. Op een gegeven moment stond er een hele rij voor onze loketten. Geduldig wachtend tot ze aan de beurt waren. ‘Goede dag mevrouw, doe mij maar 280 munten’, ehhhh dat waren er wel heel veel, maar de organisatie had gezorgd voor coördinatoren die op zo’n moment bijsprongen en meetelden totdat de zakjes gevuld waren. ‘Alstublieft meneer en heel veel plezier gewenst vandaag.’ Met een schalkse blik zei hij:’ tot dadelijk.’

De zakjes met munten vlogen de desk over, het ging razend snel en soms moest het luikje even dicht omdat ze op waren. Maar du moment dat ik het weer opende was er gejuich en voelde ik me even heel erg belangrijk…..

De een wilde de munten in de hand, de ander wilde ze per tien in een zakje, weer een ander wilde ze munt voor munt uitgeteld hebben. Soms stond meneer aan de balie en volgde hij de instructies op van mevrouw: ‘ nee, die moet je met dit pasje betalen en die betaal je met de pas van de vereniging.’ ‘Eh’, en hij stuntelde even waarop zij de zaak een beetje boos overnam. ‘Veel plezier vandaag meneer’, ik kon het niet laten om vooral hém plezier te wensen.

Toen kwam de klant die me vroeg hoe groot de munten waren. Oh, dat viel wel mee, want, zo zei hij, soms zijn ze zo groot en dan heb je je broekzakken zo verschrikkelijk vol. Tja dat was natuurlijk wel zo en ik dacht aan die 280 munten van eerder op de dag. ‘Doe er maar vijf’ zei de man….

Vandaag is er het zogenaamde kavelen, zo’n dertig schutterijen zitten er nog in de race. Nog spannender dan afgelopen zondag en zometeen mag ik weer naar de kassa. Ik verheug me er nu al op.