lief Somalisch meisje

Enkele jaren geleden heb ik je leren kennen. Er was meteen een klik, je mooie ogen, je verlegen blik, maar vooral je lach en die kuiltjes in je wangen. Je ging naar school, je leerde de Nederlandse taal, je had altijd wel een bijbaantje en je bleef optimisme uitstralen.

En ineens was daar de uitnodiging voor jouw trouwfeest. Ik voelde me vereerd dat ik er bij mocht zijn. Ik was reuze benieuwd hoe zo’n Somalisch feest gevierd zou worden.

Je ontving me met een kreetje van enthousiasme, je zag er prachtig uit. Je was de dag er voor helemaal vol getekend met kunstige henna motieven, je was heel mooi opgemaakt en je droeg die avond verschillende sierlijke jurken.

De grote zaal met de gedekte tafels, het buffet met zoete hapjes, de alcoholvrije cocktails, de glitter en de glamour, het maakte indruk op me.

De zaal stroomde langzaam vol met voornamelijk vrouwen die op hun beurt ook allemaal prachtige traditionele kleren droegen. De mannen zouden later op de avond komen.

De muziek werd aangezet, Somalische muziek en nadat jij in een van die mooie jurken de trap afgekomen was en op het dansvloertje begon te dansen gingen de vrouwen om je heen staan en dansten met je mee. Er was een zangeres, de DJ zong ook niet onverdienstelijk en de sfeer werd steeds vrolijker. De vrouwen zongen uitbundig mee, ze dansten en trokken mij mee de vloer op. Het was een warm bad van vriendelijke gezamenlijkheid. Ik heb me in tijden niet zo goed geamuseerd.

De laatste jurk die je die avond droeg was de witte bruidsjapon waarin je die middag in een kleine besloten kring getrouwd was. Je zag er zo mooi uit. Beneden aan de trap stond je knappe kersverse echtgenoot te stralen. Hij leidde je de dansvloer op, ze hadden er rook over heen geblazen en jullie dansten alsof jullie echt in de wolken waren. Je straalde en de kuiltjes in je wangen gingen niet meer weg.

Lieve Somalische jonge vrouw ik wens je alle goeds voor de toekomst en hoop je gauw weer eens te ontmoeten.

films

twee avonden achter elkaar naar de bioscoop, het moet niet gekker worden…

De eerste avond speelde de film ‘Good luck to you Leo Grande’ in de verrukkelijk romantische filmzaal van het Forum in Sittard.

De film gaat over Nancy die enkele jaren geleden weduwe werd. Ze heeft het verlangen om een keer in haar leven echte goede sex te beleven en ze maakt een afspraak met sexwerker Leo Grande. Regiseur Sophie Hyde weet dit toch wel een beetje banale gegeven om te zetten naar een film met intimiteit, humor en respect voor de liefde. Emma Thomson speelt heel puur en ontwapenend en Daryl McCormack als haar tegenspeler is een grote verrassing.

De tweede film die ik zag was mrs Harris goes to Paris. Een feelgood movie over een veel te lieve doortastende poetsvrouw die haar droom najaagt om ooit een Diorjurk te bezitten. De film is gebaseerd op een boek van Paul Gallico: Flowers for mrs Harris.

Er zijn wat tegenslagen, maar het lukt haar om naar Parijs te gaan waar ze vrij gemakkelijk vrienden maakt en ook haar jurk krijgt. De liefde overwint uiteindelijk, de slechterikken worden gestraft en het is een genot om de prachtige mode van Dior te zien en om mee rond te dwalen door de ateliers. Mrs Harris koppelt on passant een stel jonge mensen en leidt ook nog een staking van het Diorpersoneel. Een beetje onwaarschijnlijk allemaal, maar het wordt met een plezierige luchtigheid gespeeld. De speelduur is 115 minuten waarna je de zaal verlaat met een grote glimlach op je gezicht.

Vloeken

Een beetje mijmerend zat ik op de fiets. De zon scheen, het was rustig op de weg en eigenlijk genoot ik wel van het ritje. In gedachten doorliep ik wat recepten voor het komende familieweekend toen er ineens twee fietsers langs me schoten. Er ontsnapte me een hartgrondige vloek van de schrik. Het waren twee jongens van zo’n twaalf-dertien jaar oud.

Een van hen keek om met een verschrikte blik in zijn ogen.

Bij het stoplicht draaide hij zich naar me toe en zei:’ u mag niet vloeken mevrouw.’ Ik antwoordde hem dat ik dat wist en dat het me per ongeluk ontschoten was. Tot mijn ontzetting oreerde hij over de naam van de Heer en dat ik die niet ijdel mocht gebruiken.

Ik werd met een klap zestig jaar terug gezet in de tijd. Meneer pastoor en de wekelijkse gang naar de kerk met die zondagse preek.

Het kon toch niet waar zijn dat zo’n jonge jongen in deze tijd zo tegen mij sprak. Zelf ben ik de Heer al heel lang geleden kwijt geraakt. Totdat ik nu bij dat stoplicht stond en ik antwoordde de jongeman met de volgende woorden.

‘Tja knul, misschien had je ‘Jezus mens’ moeten roepen of even moeten bellen toen je zo plotseling langs me fietste dan was die vloek me niet ontsnapt denk ik.’

Gelukkig sprong het licht toen op groen.

De opdracht was iemand te interviewen over een eerste keer. Ik schreef er dit verhaaltje over:

Brommers kieken.

We stonden alweer voor de spiegel en we twijfelden nog steeds over onze carnavalspakjes. Eigenlijk was er niet eens sprake van pakjes, we hadden gewoon maar wat bij elkaar geraapt: oude t-shirts met klieders verf, kapot gescheurde panty’s, sjaals om ons hoofd geknoopt alla Cindy Lauper, zwarte oog make-up en hele korte rokjes. Die rokjes konden we iets laten zakken als er moeders in de buurt waren.

We mochten voor het eerst uit met carnaval, het stomme was dat we al om tien uur thuis moesten zijn.

‘Jullie zijn pás veertien, wat denken jullie wel?’

Alle drie onze moeders riepen dat, tot vervelens toe, bijna iedere dag. Gevolgd door de waarschuwingen voor alcoholgebruik, voor roken en vooral voor jongens.

Enfin, vandaag was het de eerste dag van het carnaval. We spraken af op het plein voor de kerk. Er trokken groepjes verklede mensen door het dorp en overal hoorde je muziek.

Nu, vanuit mijn volwassen herinneringen, denk ik dat we er verschrikkelijk uitgezien moeten hebben, maar toen was dat helemaal anders. We vonden onszelf prachtig en stoer en we zouden het dorp wel eens wat laten zien.

We liepen eerst even rond om te kijken waar iets te doen was en gingen uiteindelijk naar binnen in het gemeenschapshuis. Viel dat even tegen… De zaal was weliswaar leuk bont versierd en er was een diskjockey, maar de grote vloer was leeg. Aan het buffet stonden mannen die ons begroetten met gejoel. Een van hen had een Hawaï-shirt aan en droeg een grote plaksnor, Magnum P.I., maar dan met een bierbuik. De andere twee waren overduidelijk de Miami Vice mannen. Don Johnson met het zomerkostuum van een oom uit de stad dat drie maten te groot was, zijn partner in crime was bruin geschminkt en dat zag er uit als een hele enge ziekte. Ze riepen dat we bij hen moesten komen staan, ze vonden dat we er prachtig uitzagen en ze floten en joelden zo erg dat we bijna in onze broek plasten van ellende. Wat moest je in hemelsnaam doen in zo’n situatie.

‘Ze komen naar ons toe’ fluisterde Daphne 1. ‘Wat moeten we nu doen?’ siste Daphne 2.

We besloten dat we maar gewoon moesten gaan dansen. We bleven dicht bij elkaar, maar om beurten gluurden we naar de mannen en vertelden aan elkaar wat ze deden.

We wisten het alledrie niet zo goed en dansten “gewoon” verder. De mannen draaiden om ons heen en vriegen of we wat wilden drinken.

‘Hier meid, hedde een lekker biertje’, hij stond heel dicht bij me en keek me indringend aan met zijn blauwe ogen. Zijn snor zat vol schuim en hij rook heel erg naar alcohol.

Ze sloten ons in en maakten hun kringetje steeds kleiner. Ik voelde de dikke bierbuik tegen mijn rug en riep tegen de meiden: ‘wegwezen nú !’

Buiten renden we terug naar het kerkplein waar we puffend tegen een muurtje geleund vreselijk de slappe lach kregen.

‘ Zag je die bierbuik?’ riep Daphne 1 en ze rolde met haar ogen.

‘Wat denken die mannen wel niet?’ We waren het er unaniem over eens dat het oude viezeriken waren. Ik denk nu dat ze waarschijnlijk niet ouder dan 30 jaar geweest moeten zijn.

Carnaval viel eigenlijk een beetje tegen, de muziek was verre van waar we van hielden, het feest bruiste niet en de leuke jongens waren ook nergens te bekennen. We slenterden een beetje door het dorp en kwamen per ongeluk voorbij het (voor ons verboden) jeugdhonk de Ponderosa. Daar klonk de muziek veel meer naar onze smaak. Earth Wind & Fire ‘lets groove’ werd er op dat moment gedraaid en we hoorden dat het alright was.

‘Zullen we heel even kijken?’ Daphne 2 trok ons mee naar binnen. Het was er warm, het was er druk, de muziek was heerlijk en lekker hard. We bestelden een coca cola en stonden aan de rand van het dansvloertje onze ogen uit te kijken.

Nadat ik met een van de jongens gedanst had boog hij zich naar me over en riep in mijn oor:

‘ zullen wie brommers gaon kieken?’

Buiten nam hij me in zijn armen en kuste me op mijn mond. Zijn tong wriemelde zich tussen mijn lippen en er stroomde een warme golf door mijn lichaam.

Daphne 1 trok me aan mijn arm weg van hem. ‘Het is tien uur, we moeten naar huis.’

In bed ging de avond aan me voorbij. De gedachte aan die kus bezorgde me weer zo’n warme golf.

Ineens realiseerde ik me dat ik geen brommer gezien had…

Een tweede kans voor Missy

Een hoopgevend heerlijk boek over liefde, liefdespijn, vriendschap, familiebanden en de liefde voor een hond.

Het hoofdpersonage is de negenenzeventig jarige Millicent die alleen woont in een groot kaal en koud huis. Ze is er zich van bewust dat ze zelf verantwoordelijk is voor haar situatie, maar ze vindt het wel goed zo. Althans dat denkt ze.

Op een dag ontmoet ze per toeval twee vrouwen en dat verandert haar hele situatie. De vriendschap groeit ondanks Millicent’s ( Missy) verzet.

Er komt een groot geheim te voorschijn dat langzaam aan ontrafeld wordt. De flashbacks laten je zien hoe Missy zichzelf zoekt. Het jaar tussen haar negenenzeventigste en haar tachtigste verjaardag zit vol verrassingen.

Ik heb het boek met een lach en een traan gelezen.

ps. gisteren was ik op de quiltbee van de Limburgse quilters waar ik kennis maakte met een nieuwe deelneemster. In mijn hoofd had ik Missy gevisualiseerd en du moment dat ik kennis maakte met deze ( tachtigjarige) nieuwe mevrouw dacht ik aan Missy. Daar was ze dus!