Bij een vierweken abonnement op een van de Nederlandse kranten ( abonnement stopt vanzelf) krijg je een boek cadeau. Het laatste boek van een van mijn lievelings schrijvers nog wel. ‘Mrs Degas’ van Arthur Japin.
Het is waarschijnlijk niet helemaal eerlijk tegenover Het Parool dat trouw vier weken in de brievenbus viel, maar een boek voor 4 euro….
Enfin, ik las ook wel in Het Parool en omdat ik graag in Amsterdam kom was het ook wel leuk om de laatste nieuwtjes te weten te komen.
Maar het ging om het boek. Op een avond kroop ik in bed met het verheugende vooruitzicht om er aan te kunnen beginnen. Oh, ja, het bedlampje moest aanblijven want het boek heeft uiteraard geen verlichting. Na de eerste pagina tikte ik op het blad en, o, ja, de volgende pagina kwam alleen maar als ik hem zelf tevoorschijn haalde. Hé, dat was weer even wennen. Het deed niets aan het boek af. Het was zoals alle andere boeken van Japin eloquent geschreven en ik ontdekte dus ook al weer vrij snel dat ik mijn telefoon er bij moest halen wilde ik de betekenis van een woord opzoeken. Er was nog iets…..ondanks dat het een paperback editie was bleek het boek toch moeilijker vast te houden dan mijn fijne, lichte, gemakkelijke Kobo.
Was er dan helemaal niets wat het boek in zijn voordeel had? Jawel, de geur van het papier en de inkt en het gebruik van een ouderwetse boekenlegger, pure nostalgie.
Totdat het boek op de grond viel en de boekenlegger er uit viel. Ik moest zoeken en zoeken naar de pagina waar ik gebleven was.
Ik heb het boek bijna uit en het was een feest om het te lezen, maar hoera! hierna ga ik weer over op de rereader.
Hieronder een samenvatting zoals hij te lezen is op Bol.com:
Parijs, 1912. Edgar Degas, de schilder, is blind geworden.
Wanneer hij zijn huis uit moet, duikt een jonge vrouw op om zijn archieven te helpen ordenen. Zij is echter niet wie zij beweert te zijn en in het geheim brengt zij verslag uit over haar bezoekjes, waarbij zij welbewust Degas’ herinnering wekt aan de enige – en onmogelijke – liefde van zijn leven: zijn blind geworden Amerikaanse nichtje Estelle, een Creoolse uit New Orleans, die hij daar schilderde terwijl zij bloemen aan het schikken was.
Aan wie schrijft zij deze verslagen? En waarom blijft zij maar hameren op Degas’ meest pijnlijke herinnering?